Tijdens de 40e editie van Modefabriek komen op 24 en 25 januari meer
dan 600 merken samen in de Amsterdamse RAI om te laten zien wat er
aankomende winter in de winkels zal hangen. Tijdens de vorige wintereditie van de beurs in januari 2015 stond
de modewereld in het teken van bontjassen, dierenprints en loafers, en
FashionUnited ging op onderzoek uit om te kijken wat volgende winter niet
mag ontbreken in de kledingkast van zowel mannen als vrouwen. Een
overzicht van de vijf meest opvallende trends.

1. Fedora hoeden

Één van de meest terugkerende items op Modefabriek is zonder twijfel de
fedora: de wollen- of vilten deukhoed die wordt gekenmerkt door zijn rechte
rand en vaak is voorzien van een lint. Op Modefabriek was de hoed op
tientallen paspoppen te zien bij merken als Comma, Cigno Nero, Dutch
Hatters en McGregor. Populaire kleuren waren onder andere de winterse
tinten zwart, grijs, cognac en donkergroen. De hoed werd in de jaren ´30
alleen gedragen door mannen, maar tegenwoordig is het accessoire ook vaak
te zien bij vrouwen. Volgens Milo Petrovic, mede-oprichter van Dutch
Hatters, heeft de hoed zijn populariteit aan een aantal aspecten te danken.
“Het is een stevige hoed die zijn pasvorm altijd behoudt, en omdat het een
vrij kleine hoed is staat het bij iedereen.” Voor consumenten die zich
uniek willen kleden, is het item perfect, omdat veel kan worden gevarieerd
met het lint van de hoed. Bij Dutch Hatters kunnen klanten bijvoorbeeld
kiezen voor een hoed die is voorzien van een handgemaakt lint dat bestaat
uit meerdere kleuren. Maar ook consumenten die zich liever niet te
opvallend kleden, zullen massaal voor de hoed vallen, denkt Campomaggi
styliste Romy Verbaan. “De Nederlander houdt van items die je iedere dag
kunt gebruiken. Deze hoed valt hier ook onder, want hij is basic
en past overal bij. Het is iets waar je echt wat aan hebt.”

2. Een metallic touch: zilver en brons

Van een bronzen kokerrok met leer-look bij Glamorous tot zilveren
handtassen van Tyoulip Sisters: metallic items mogen komend najaar
niet ontbreken in de vrouwengarderobe. Opvallend is dat zilver en brons het
meest aanwezig zijn. 7 Seasons verkoopmedewerker Stanley Philips denkt dat
de trend voornamelijk in verband staat met de opkrabbelende economie. “Bij
een kentering van de recessie wil de vrouw laten zien dat ze wat nieuws aan
heeft, en een beetje glans in het leven heb je nodig. Metallic is
zichtbaar en vrolijk.” Bij 7 Seasons was de trend te zien op gewatteerde
zilveren jassen, en ook bij Snow Secret waren metallic jassen
duidelijk aanwezig. Philips benadert wel dat 7 Seasons bewust niet kiest
voor goud, omdat dit vaak te schreeuwerig oogt. Zilver en brons zijn
daarentegen subtieler, maar vallen toch op dankzij hun fonkelende gloed.
Behalve kledingstukken waren ook schoenen vaak uitgevoerd in zilver of
brons, zoals de Chelsea boots van Kanna en de platform ´brogues´
bij Uno 8 Uno. Volgens Diégo Rossi, oprichter van het Italiaanse
schoenenmerk Uno 8 Uno, is er op dit moment bijzonder veel vraag naar
metallic items: “Ik zie dat dit echt een trend is.
Metallic glimt en doet denken aan juwelen, en vrouwen houden daar
nu eenmaal van.” Charita Hung die bij Bodewes Fashion verantwoordelijk is
voor de PR & Marketing denkt daarnaast dat vrouwen steeds meer durven op
modevlak. “Je ziet het in de hele modewereld: mode wordt uitgesprokener, en
vrouwen durven dat nu te laten zien.” Mannen die niet terugdeinzen voor een
beetje glim, kunnen overigens terecht bij Voile Blanche voor sneakers met
donkergrijze metallic details.

3. Mode uit 1001 nacht

Een andere trend die veel werd gezien voor vrouwen, was kleding die leek
te zijn geïnspireerd op het mystieke verhaal ´1001 nachten´. Wie aan dit
verhaal denkt, ziet sprookjesachtige taferelen voor zich waarbij kleding
bovenal kleurrijk is en vaak is voorzien van gedetailleerde patronen of
handwerk. Zo hingen de rekken bij K-Design vol met jurkjes die waren
bedrukt met motieven die deden denken aan Perzische tapijten. De nieuwe
collectie van Alphamoment bevatte blouses die waren voorzien van glimmende
kraaltjes en borduursels in de vorm van muntjes. “Het is kleding die heel
vrouwelijk is, en afkomstig lijkt te zijn uit meer zuidelijke streken,”
stelt K-Design agente Antonique van Litsenberg. “Vrouwen zijn daar vaak
veel mooier gekleed, waardoor dit echt kledingstukken zijn voor feestjes.”
Bij House of Mulani komt de Arabische invloed terug in een tweetal
versierde gilets en een aantal jassen met weelderige patronen. “Ons label
is gebaseerd op oude culturen – we zijn een platform voor het delen van
oude kennis en ambacht,” legt Lotte Isopuro op, die het merk is gestart met
vriendin Kris Mutsters. Voor House of Mulani werkt de onderneemster samen
met mensen die verschillende culturele achtergronden hebben, waardoor al
deze invloeden in de kleding samenkomen. Met de grote migratiestromen die
dagelijks het nieuws halen, lijkt het logisch dat de mode-industrie een
tegengewicht wil bieden aan de treurige gebeurtenissen en kiest voor kleur
en decoratie.

4. Polka dots

Net als de fedora hoed, is ook de polka dot geen onbekende in de
modewereld. De kleine stip werd tijdens de Tweede Wereldoorlog vaak
gebruikt om jurken op te fleuren, maar is nu weer helemaal terug. Polka
dots waren op Modefabriek vertegenwoordigd op mannen overhemden van Blue
Industry, jurkjes van French Connection en blouses van Imperial en Dixie.
“Alles is op dit moment retro,” zegt Ichi Sales Manager Cosma Martens. “Je
ziet bijvoorbeeld ook veel klassieke Bretonse strepen. Polka dots zie je nu
zowel groot als klein, op blousejes, maar ook op breisels en sweaters.”
Volgens Blue Industry productontwikkelaar Rogier van Kleef zijn polka dots
een patroon waar “je makkelijk mee kunt spelen”. De meest voorkomende
kleurcombinatie was zwart-wit, maar ook rood-wit, donkerblauw-lichtblauw en
donkerblauw-wit kwamen voorbij.

5. Hedendaagse legeruniformen

Stoere mode die is geïnspireerd op de kleding die militairen dragen werd
ook veel gezien. Een mogelijke verklaring voor de opmars van militaire mode
ligt volgens Maja Trivanovic, Sales Manager bij Fashion for People, in de
huidige politieke situatie. “Mode-ontwerpers kijken natuurlijk naar wat er
aan de hand is in de wereld, en nu wordt veel gesproken over het grote
aantal vluchtelingen. De army trend verwijst niet alleen naar
oorlog, maar heeft ook te maken met het feit dat het leger vrede kan
brengen.” Bij damesmerken Geisha en Dixie waren half-transparante blouses
voorzien van de bekende legerprint, wat zorgde voor een geheel dat zowel
vrouwelijk als stoer was, en werd de legergroene kleur ook gebruikt voor
jassen en rokken. Voor mannen werd de trend gesignaleerd bij The New
Designers. Dit merk had de meerderheid van zijn bomber jacks
voorzien van de emblemen die vaak te zien zijn op legeruniformen, en enkele
jacks waren bovendien voorzien van legerprint. Volgens Trivanovic was deze
trend ook in de jaren ´60 en ´70 prominent aanwezig, en werd mode destijds
al ingezet om een statement te maken. “Het is dus eigenlijk een
soort tegenboodschap.”

REPORTAGE De gangpaden zijn vol en de buzz is voelbaar; bezoekers hebben
zin in de Modefabriek. Al aan het eind van de ochtend wordt de beurs druk
bezocht, en vooral bij de stands waar merken flink in de aankleding hebben
geïnvesteerd, zijn veel bezoekers. Maar ook de seminars en inspiratiepunten
zijn in trek.

“Ik vind het heel druk. Het gaat vooral om kwaliteit van de bezoekers en
niet om de aantallen, maar ik merkte gisteren al tijdens de opbouw dat de
labels flink gingen uitpakken met hun stand,” zegt COO Joke van der
Wijngaart trots. “Ik voel een hele positieve vibe op de beurs.”
Co-operation is het thema tijdens deze editie; het nieuwe ondernemen
waarbij verschillende partijen tijdelijk de krachten bundelen en iets moois
neerzetten. Zo zijn in District C ‘Art Comes First’ en ‘Norwegian Rain’ te
vinden. Bij Art Comes First is een Londens Collectief met wisselende
talenten, dat capsulecollecties lanceert op het snijvlak van commerciële
mode en een conceptuele benadering met veel aandacht voor vakmanschap en
geschiedenis. Bij het tweede voorbeeld werkten de Ghanese ontwerper
T-Michael en creatief directeur Alexander Helle aan een
regenjassencollectie, die inmiddels is uitgegroeid tot een eigen label. “Je
ziet dat het positivisme en samenwerken, de ‘strijd aangaan’, co-ops
inspireren en dat niemand meer aan de crisis denkt,” aldus de COO.

Deze editie is er gekozen voor een nieuwe indeling: district A richt zich op de
snelle trendmerken en district B is ingericht op denim en streetwear. De
contemporary en premium merken bevinden zich in district C en district D is
helemaal ingericht op duurzaamheid en future brands. Van der
Wijngaart: “Je moet jezelf blijven vernieuwen. Er zit niet echt een vast
stramien in bij het aanpassen van de districten, maar het retaillandschap
verandert. Daar willen we in meegaan; we gaan verder omdat we de retailer
willen prikkelen.” Er staan meer dan 600 labels op de beurs. “Bij
binnenkomst worden bezoekers al verrast: ‘ Waar staat die nou?’. Ik zeg
dan: ‘ga maar eens ontdekken, er gebeurt zoveel’.” Eigenlijk is een dag te
kort om alles mee te maken, vindt ze. “Het is de bedoeling dat bezoekers
steeds vaker twee dagen naar het evenement komen.” Want ja, het is meer een
evenement dan een beurs. “We zijn in transitie als evenement. Vroeger ging
het veel meer om inkopers, maar nu is het meer dan dat. Elke professional
uit de modebranche, zowel nationaal als internationaal, willen we prikkelen
om naar een andere manier naar de zaak of naar het vak te kijken. We bieden
net even dat ene extraatje, netwerkmomenten, of nieuwe inspiratie in de
vorm van seminars.”

Modefabriek zet in op totaalpakket voor de bezoeker

Volgens Van der Wijngaart komt het succes vooral door het bieden van
een totaalpakket aan de bezoekers. “Modefabriek heeft een heel uniek
handschrift, de uitgebreide styling en design waarmee we uitpakken is wel
typerend voor ons. Dat draagt bij aan een inspirerend beursbezoek. We
zetten in op het totaalpakket, maar we gaan nog een stapje verder; aan het
begin van deze hal hebben we allerlei technieken en innovaties, artikelen
en producten zijn anders dan kleding waar een retailer zijn zaak mee kan
verbeteren en optimaliseren.” Iedere editie legt het team van Modefabriek
de focus onder de loep. “We willen niet hetzelfde zijn als andere beurzen.
We willen het altijd anders doen dan anderen en gaan daarbij heel erg op
ons gevoel af. We zijn best eigenwijs; we houden rekening met wat er speelt
in de markt, maar we creëren het ook graag zelf.” Maar het is ook nodig,
stelt ze. “Als je je niet buiten de bewandelde paden begeeft, overleef je
het als retailer ook niet. Het is ook leuk om samen te werken en na te denken over nieuwe dingen. We hebben een gedeelte, waar we ondernemers prikkelen met nieuwe technische innovaties.” Annelies Tjassens,
head of event vult aan: “Een ondernemer kan zich op de breedste
manier mogelijk informeren. Martijn van String staat bij Futureland met
nieuwe manieren van produceren. Als je wilt, kan je heel veel inspiratie en
kennis op doen op de Modefabriek.”

Zowel Van der Wijngaart als Tjassens zijn erg blij met de internationale
bezoekers. “We zijn altijd al internationaal gericht. Ik loop super trots
rond,” glundert Van der Wijngaart. Het verschil zit ‘m vooral in de manier
van prikkelen denkt ze . Tjassens: “Dat trekt veel internationaal publiek,
met vooral bezoekers uit België, Duitsland en Scandinavië. “ Zo zit er
bijvoorbeeld tussen district A en B het zogeheten ‘Futureland,
onder leiding van trendwatcher Jan Agelink. “We hebben een steeds groter
seminarprogramma en we presenteren ook Fashion Matching, voor
internationale bezoekers. Je hoort in de gangpaden ook allerlei talen,”
aldus de COO. De komende zomereditie vinden Kleine Fabriek en Modefabriek
tegelijkertijd plaats. Van der Wijngaart: “Nu hoef je maar een keer naar
Amsterdam te komen, en dat vergroot de internationale allure.”

Mint viert jubileum tijdens 40e editie Modefabriek

In district D viert Mint, het platform voor duurzame mode en lifestyle,
zijn jubileum. “Het is fantastisch, dat we nu al de 10e editie vieren. We
begonnen met vijf merken op 20 vierkante meter, en nu zijn het 40 merken op 1.250
vierkante meter,” vertelt oprichtster Marieke Eyskoot enthousiast. Er zijn
in de loop van der jaren veel merken op de beurs bijgekomen onder haar
hoede. “Dat vertaalt zich naar oppervlakte, maar het wordt steeds
moeilijker om te kiezen. Ik zou wel meer merken willen toevoegen, maar die
ruimte is er simpelweg niet.” Vooral merken die stijlvol, een duurzame
brand story hebben en voor een goede balans op de beursvloer
zorgen komen in aanmerking. “We kunnen met deze geselecteerde merken laten
zien dat het een duurzaam totaal-alternatief is, zowel in schoenen, tassen
als accessoires. We hebben dus niet alleen 25 jeansmerken of T-shirts.”

Voor de 10e editie heeft Eyskoot flink geïnvesteerd in de presentatie.
De grote oppervlakte is rond opgebouwd met veel verschillende merken. “Ik
wilde laten zien dat we een grote beweging zijn; vandaar de ronde vorm en
‘het gezamenlijke’. Hier vind je geen tafeltjes en stands, maar een
organisch geheel waar je doorheen loopt. Ik maak een geheel waar inkopers
nieuwe merken kunnen ontdekken waar ze misschien in eerste instantie niet
voor komen. Ik bouw het op in taartpunten, zoals een verjaardag eigenlijk.”
Ze is blij met alle 40 merken die dit jaar bij Mint te vinden zijn. “Ze
vertegenwoordigen allemaal een deel van de sustainable fashion. Er
zijn iedere keer 10 nieuwkomers bij van de 40 gepresenteerde merken. Die
balans zoek ik iedere editie; zo is er continuïteit en stabiliteit, en zo
blijven inkopers terugkomen. Daarnaast blijven er genoeg merken om te
ontdekken.” Hoewel het pas het begin van de middag is, is de opkomst veel
belovend. “Er zijn al orders geplaatst. Er komen al mensen naar me toe die
al aangeven te hebben geschreven. Er is een goeie en positieve
buzz, en dat merkte ik al in de aanloop naar de Modefabriek. Die
aandacht was er al,” vertelt Eyskoot enthousiast.

In District A –voor trendmerken en fast fashion brands– valt de
stand van Petrol Industries meteen op: een metalen schuur met golfplaat,
met binnenin een bar. De stoere kleding is opgehangen aan metalen buizen.
““We wilden zowel op de Modefabriek en de Kleine Fabriek groot uitpakken en
dat hebben we geregeld met de organisatie. De metalen schuur konden we op
beide evenementen neerzetten. We hebben altijd vertrouwen gehad in de
Modefabriek en Kleine Fabriek,” licht Guido Wicherts, brand manager,
toe. Het merk staat al een aantal jaar op de Modefabriek en Kleine Fabriek.
“We zijn een tijd geleden begonnen met het ontwikkelen van onze stands. We
wilden meer identiteit creëren, zoals met deze schuur. We stonden met een
houten schuur op Panorama in Berlijn. We gaan ook nog naar de beurs in
Madrid.” Hij is positief over de sfeer op het evenement. “Het is een goede
drukke beurs. We hebben veel inloop, erg positief allemaal.” Het draait
vooral om handjes schudden, laten zien dat je er bent en afspraken maken.
Hij verwacht dat maandag rustiger zal zijn. “Drukste dag voor ons is
zondag.”

Ook in district B, het walhalla voor jeans en streetwear, is er een
stand die er met kop en schouders bovenuit steekt: de grote stand van Levi
Strauss & Co. Met een langwerpige bar en veel houten platen en veel
campagnebeelden trekt de stand veel bekijks. ““Als we iets doen, doen we
het goed. Vorig jaar hebben we voor het eerst meegedaan met de Modefabriek,
dat was een groot succes. Met deze stand laten we zien wie we zijn,”
vertelt Rutger Koene, environment & brand marketing manager,
trots. “Eerder stonden we op andere beurzen, bijvoorbeeld in Berlijn. We
willen weer in contact komen met lokale mensen; niet iedereen kan afreizen
naar Europese steden.” Op de concurrentie let hij niet te veel. “We zijn
wie we zijn, denim is ons ding en dat laten we hier zien.” De nieuwe
lente-/zomercollectie 2016 wordt zondagavond gelanceerd voor een
geselecteerd gezelschap. “We willen blijven laten zien dat we vernieuwen en
relevant zijn. De meeste mensen die hier komen zijn enthousiast. Er komen
hier nieuwe klanten bij, en tot nu toe is iedereen die we hadden willen
zien langs geweest.” Maandag is meestal de rustigere dag, maar ‘dan komen
wel de dicision makers’.

Modefabriek: drukker dan voorgaande edities

Een aantal tieners met felblauwe T-shirts die op balance boards
door District C ‘rijden’ trekken veel aandacht. Ze zijn afkomstig van de
stand van ‘A Fish Named Fred’. Het zijn kinderen van de eigenaren van het
label, die tevens balance boards verkopen. “Leuke PR en we houden
wel van een beetje herrie maken,” grijnst accountmanager Immo de
Maar. Ook de stand zelf is reden om even stil te staan; de paspoppen hebben
een grote goudvis als hoofd. “Deze poppen hebben we twee seizoenen en dat
zijn enorme eyecatchers,” wijst hij. “We draaien een goede beurs. De
modefabriek is drukker dan de laatste jaren, en er heerst een positieve
stemming.” Volgens hem is de beurs geslaagd als er naast het zien van
bestaande klanten zeker 10 nieuwe retailers bij zijn gekomen. De maandag is
doorgaans rustiger, ‘maar sommige retailers komen daar juist voor’. Hoewel
grote retailers vaak voor de maandag kiezen, is de zondag overigens net zo
belangrijk vindt hij. “Ook op zondag zien wij grote klanten langskomen.”

In het midden van district C is een groot aantal zigzagschermen
geplaatst, waar een hoger segment damesmerken is neergestreken. Zo ook het
merk Hale Bob, van Van Eerd Fashion Group. “Dit is de 38e keer dat we hier
staan, slechts twee keer hebben we overgeslagen,” vertelt Jeanine van Eerd.
Ze is blij met de locatie. “Het is belangrijk om op deze plek te staan, om
nieuwe business te genereren. “De bezoekers zijn opgewekt en gedreven, en
stralen iets uit als ‘we gaan ervoor’. In vergelijking met eerdere
seizoenen zijn ze erg opgewekt.” Het luxe segment heeft minder klappen
gehad van de economische situatie, vertelt ze. “Er zijn nu meer retailers
die juist opstaan in het luxe segment. Ik denk dat er altijd ruimte is,
gewoon je eigen ding doen. Als je onweerstaanbaar gave dingen doet, kan de
consument zich ook niet inhouden. Ik geloof dat je dan onderscheidend
genoeg bent om te overleven en te groeien. Het blijft elke dag jezelf
opnieuw uitvinden.”

“De stands ogen lekker op de Modefabriek”

Een van de retailers op de beurs is Mireille van der Hoop, die samen met
haar man Jeroen de winkel JK Authentic Basic Stores in Didam runt. Ze komen
vooral om inspiratie op te doen. “De afgelopen editie vonden we een beetje
tam, maar de sfeer is goed dit jaar. Ik vind het leuk dat de stands zo hun
best doen om de beurs mooi neer te zetten, bijvoorbeeld door het aan te
kleden met planten, het totaalbeeld eigenlijk.” Wat vindt ze van het totale
aanbod voor de retailer, waarin ook ruimte is voor techniek en seminars?
Van der Hoop: “We hebben er zeker veel aan. Het leuke is dat ze hier ook
met etalagemateriaal staan, zodat je behalve kleding en accessoires ook op
dat gebied ideeën kan opdoen.” Maar de aankleding van de stands steekt er
met kop en schouders bovenuit bij deze beurs. “De stands ogen lekkerder.”
Ze hebben al een aantal merken bezocht. “We hebben bij een bestaande klant
al wat ingekocht, maar we hebben ook afspraken gemaakt. In februari gaan we
bij de merken langs.” Van der Hoop heeft nog niet alles gezien, maar ‘ze
willen ieder district rond’. “We komen morgen weer terug, je wilt alles
goed bekijken.”

Dat laatste beamen ook organisatoren Joke van der Wijngaart en Annelies
Tjassens. “Als je pas op maandag komt, heb je eigenlijk te weinig tijd,”
zegt de COO. “Dan ben je te laat,” knipoogt Tjassens. Het doel is dan ook
dat steeds meer bezoekers een tweedaags bezoek aan het evenement brengen.
Wel gaan de twee beursdagen veel te snel voorbij, zuchten ze. Wanneer is de
beurs een succes? “De eerste dag is bepalend,” vindt Tjassens. Van der
Wijngaart: “Als je uiteindelijk de energie voelt en ‘het’ ziet gebeuren
tussen trendwatchers, retailers en merken, dan weet je het eigenlijk
wel.”

REPORTAGE De gangpaden zijn vol en de buzz is voelbaar; bezoekers hebben
zin in de Modefabriek. Al aan het eind van de ochtend wordt de beurs druk
bezocht, en vooral bij de stands waar merken flink in de aankleding hebben
geïnvesteerd, zijn veel bezoekers. Maar ook de seminars en inspiratiepunten
zijn in trek.

“Ik vind het heel druk. Het gaat vooral om kwaliteit van de bezoekers en
niet om de aantallen, maar ik merkte gisteren al tijdens de opbouw dat de
labels flink gingen uitpakken met hun stand,” zegt COO Joke van der
Wijngaart trots. “Ik voel een hele positieve vibe op de beurs.”
Co-operation is het thema tijdens deze editie; het nieuwe ondernemen
waarbij verschillende partijen tijdelijk de krachten bundelen en iets moois
neerzetten. Zo zijn in District C ‘Art Comes First’ en ‘Norwegian Rain’ te
vinden. Bij Art Comes First is een Londens Collectief met wisselende
talenten, dat capsulecollecties lanceert op het snijvlak van commerciële
mode en een conceptuele benadering met veel aandacht voor vakmanschap en
geschiedenis. Bij het tweede voorbeeld werkten de Ghanese ontwerper
T-Michael en creatief directeur Alexander Helle aan een
regenjassencollectie, die inmiddels is uitgegroeid tot een eigen label. “Je
ziet dat het positivisme en samenwerken, de ‘strijd aangaan’, co-ops
inspireren en dat niemand meer aan de crisis denkt,” aldus de COO.

Deze editie is er gekozen voor een nieuwe indeling: district A richt zich op de
snelle trendmerken en district B is ingericht op denim en streetwear. De
contemporary en premium merken bevinden zich in district C en district D is
helemaal ingericht op duurzaamheid en future brands. Van der
Wijngaart: “Je moet jezelf blijven vernieuwen. Er zit niet echt een vast
stramien in bij het aanpassen van de districten, maar het retaillandschap
verandert. Daar willen we in meegaan; we gaan verder omdat we de retailer
willen prikkelen.” Er staan meer dan 600 labels op de beurs. “Bij
binnenkomst worden bezoekers al verrast: ‘ Waar staat die nou?’. Ik zeg
dan: ‘ga maar eens ontdekken, er gebeurt zoveel’.” Eigenlijk is een dag te
kort om alles mee te maken, vindt ze. “Het is de bedoeling dat bezoekers
steeds vaker twee dagen naar het evenement komen.” Want ja, het is meer een
evenement dan een beurs. “We zijn in transitie als evenement. Vroeger ging
het veel meer om inkopers, maar nu is het meer dan dat. Elke professional
uit de modebranche, zowel nationaal als internationaal, willen we prikkelen
om naar een andere manier naar de zaak of naar het vak te kijken. We bieden
net even dat ene extraatje, netwerkmomenten, of nieuwe inspiratie in de
vorm van seminars.”

Modefabriek zet in op totaalpakket voor de bezoeker

Volgens Van der Wijngaart komt het succes vooral door het bieden van
een totaalpakket aan de bezoekers. “Modefabriek heeft een heel uniek
handschrift, de uitgebreide styling en design waarmee we uitpakken is wel
typerend voor ons. Dat draagt bij aan een inspirerend beursbezoek. We
zetten in op het totaalpakket, maar we gaan nog een stapje verder; aan het
begin van deze hal hebben we allerlei technieken en innovaties, artikelen
en producten zijn anders dan kleding waar een retailer zijn zaak mee kan
verbeteren en optimaliseren.” Iedere editie legt het team van Modefabriek
de focus onder de loep. “We willen niet hetzelfde zijn als andere beurzen.
We willen het altijd anders doen dan anderen en gaan daarbij heel erg op
ons gevoel af. We zijn best eigenwijs; we houden rekening met wat er speelt
in de markt, maar we creëren het ook graag zelf.” Maar het is ook nodig,
stelt ze. “Als je je niet buiten de bewandelde paden begeeft, overleef je
het als retailer ook niet. Het is ook leuk om samen te werken en na te denken over nieuwe dingen. We hebben een gedeelte, waar we ondernemers prikkelen met nieuwe technische innovaties.” Annelies Tjassens,
head of event vult aan: “Een ondernemer kan zich op de breedste
manier mogelijk informeren. Martijn van String staat bij Futureland met
nieuwe manieren van produceren. Als je wilt, kan je heel veel inspiratie en
kennis op doen op de Modefabriek.”

Zowel Van der Wijngaart als Tjassens zijn erg blij met de internationale
bezoekers. “We zijn altijd al internationaal gericht. Ik loop super trots
rond,” glundert Van der Wijngaart. Het verschil zit ‘m vooral in de manier
van prikkelen denkt ze . Tjassens: “Dat trekt veel internationaal publiek,
met vooral bezoekers uit België, Duitsland en Scandinavië. “ Zo zit er
bijvoorbeeld tussen district A en B het zogeheten ‘Futureland,
onder leiding van trendwatcher Jan Agelink. “We hebben een steeds groter
seminarprogramma en we presenteren ook Fashion Matching, voor
internationale bezoekers. Je hoort in de gangpaden ook allerlei talen,”
aldus de COO. De komende zomereditie vinden Kleine Fabriek en Modefabriek
tegelijkertijd plaats. Van der Wijngaart: “Nu hoef je maar een keer naar
Amsterdam te komen, en dat vergroot de internationale allure.”

Mint viert jubileum tijdens 40e editie Modefabriek

In district D viert Mint, het platform voor duurzame mode en lifestyle,
zijn jubileum. “Het is fantastisch, dat we nu al de 10e editie vieren. We
begonnen met vijf merken op 20 vierkante meter, en nu zijn het 40 merken op 1.250
vierkante meter,” vertelt oprichtster Marieke Eyskoot enthousiast. Er zijn
in de loop van der jaren veel merken op de beurs bijgekomen onder haar
hoede. “Dat vertaalt zich naar oppervlakte, maar het wordt steeds
moeilijker om te kiezen. Ik zou wel meer merken willen toevoegen, maar die
ruimte is er simpelweg niet.” Vooral merken die stijlvol, een duurzame
brand story hebben en voor een goede balans op de beursvloer
zorgen komen in aanmerking. “We kunnen met deze geselecteerde merken laten
zien dat het een duurzaam totaal-alternatief is, zowel in schoenen, tassen
als accessoires. We hebben dus niet alleen 25 jeansmerken of T-shirts.”

Voor de 10e editie heeft Eyskoot flink geïnvesteerd in de presentatie.
De grote oppervlakte is rond opgebouwd met veel verschillende merken. “Ik
wilde laten zien dat we een grote beweging zijn; vandaar de ronde vorm en
‘het gezamenlijke’. Hier vind je geen tafeltjes en stands, maar een
organisch geheel waar je doorheen loopt. Ik maak een geheel waar inkopers
nieuwe merken kunnen ontdekken waar ze misschien in eerste instantie niet
voor komen. Ik bouw het op in taartpunten, zoals een verjaardag eigenlijk.”
Ze is blij met alle 40 merken die dit jaar bij Mint te vinden zijn. “Ze
vertegenwoordigen allemaal een deel van de sustainable fashion. Er
zijn iedere keer 10 nieuwkomers bij van de 40 gepresenteerde merken. Die
balans zoek ik iedere editie; zo is er continuïteit en stabiliteit, en zo
blijven inkopers terugkomen. Daarnaast blijven er genoeg merken om te
ontdekken.” Hoewel het pas het begin van de middag is, is de opkomst veel
belovend. “Er zijn al orders geplaatst. Er komen al mensen naar me toe die
al aangeven te hebben geschreven. Er is een goeie en positieve
buzz, en dat merkte ik al in de aanloop naar de Modefabriek. Die
aandacht was er al,” vertelt Eyskoot enthousiast.

In District A –voor trendmerken en fast fashion brands– valt de
stand van Petrol Industries meteen op: een metalen schuur met golfplaat,
met binnenin een bar. De stoere kleding is opgehangen aan metalen buizen.
““We wilden zowel op de Modefabriek en de Kleine Fabriek groot uitpakken en
dat hebben we geregeld met de organisatie. De metalen schuur konden we op
beide evenementen neerzetten. We hebben altijd vertrouwen gehad in de
Modefabriek en Kleine Fabriek,” licht Guido Wicherts, brand manager,
toe. Het merk staat al een aantal jaar op de Modefabriek en Kleine Fabriek.
“We zijn een tijd geleden begonnen met het ontwikkelen van onze stands. We
wilden meer identiteit creëren, zoals met deze schuur. We stonden met een
houten schuur op Panorama in Berlijn. We gaan ook nog naar de beurs in
Madrid.” Hij is positief over de sfeer op het evenement. “Het is een goede
drukke beurs. We hebben veel inloop, erg positief allemaal.” Het draait
vooral om handjes schudden, laten zien dat je er bent en afspraken maken.
Hij verwacht dat maandag rustiger zal zijn. “Drukste dag voor ons is
zondag.”

Ook in district B, het walhalla voor jeans en streetwear, is er een
stand die er met kop en schouders bovenuit steekt: de grote stand van Levi
Strauss & Co. Met een langwerpige bar en veel houten platen en veel
campagnebeelden trekt de stand veel bekijks. ““Als we iets doen, doen we
het goed. Vorig jaar hebben we voor het eerst meegedaan met de Modefabriek,
dat was een groot succes. Met deze stand laten we zien wie we zijn,”
vertelt Rutger Koene, environment & brand marketing manager,
trots. “Eerder stonden we op andere beurzen, bijvoorbeeld in Berlijn. We
willen weer in contact komen met lokale mensen; niet iedereen kan afreizen
naar Europese steden.” Op de concurrentie let hij niet te veel. “We zijn
wie we zijn, denim is ons ding en dat laten we hier zien.” De nieuwe
lente-/zomercollectie 2016 wordt zondagavond gelanceerd voor een
geselecteerd gezelschap. “We willen blijven laten zien dat we vernieuwen en
relevant zijn. De meeste mensen die hier komen zijn enthousiast. Er komen
hier nieuwe klanten bij, en tot nu toe is iedereen die we hadden willen
zien langs geweest.” Maandag is meestal de rustigere dag, maar ‘dan komen
wel de dicision makers’.

Modefabriek: drukker dan voorgaande edities

Een aantal tieners met felblauwe T-shirts die op balance boards
door District C ‘rijden’ trekken veel aandacht. Ze zijn afkomstig van de
stand van ‘A Fish Named Fred’. Het zijn kinderen van de eigenaren van het
label, die tevens balance boards verkopen. “Leuke PR en we houden
wel van een beetje herrie maken,” grijnst accountmanager Immo de
Maar. Ook de stand zelf is reden om even stil te staan; de paspoppen hebben
een grote goudvis als hoofd. “Deze poppen hebben we twee seizoenen en dat
zijn enorme eyecatchers,” wijst hij. “We draaien een goede beurs. De
modefabriek is drukker dan de laatste jaren, en er heerst een positieve
stemming.” Volgens hem is de beurs geslaagd als er naast het zien van
bestaande klanten zeker 10 nieuwe retailers bij zijn gekomen. De maandag is
doorgaans rustiger, ‘maar sommige retailers komen daar juist voor’. Hoewel
grote retailers vaak voor de maandag kiezen, is de zondag overigens net zo
belangrijk vindt hij. “Ook op zondag zien wij grote klanten langskomen.”

In het midden van district C is een groot aantal zigzagschermen
geplaatst, waar een hoger segment damesmerken is neergestreken. Zo ook het
merk Hale Bob, van Van Eerd Fashion Group. “Dit is de 38e keer dat we hier
staan, slechts twee keer hebben we overgeslagen,” vertelt Jeanine van Eerd.
Ze is blij met de locatie. “Het is belangrijk om op deze plek te staan, om
nieuwe business te genereren. “De bezoekers zijn opgewekt en gedreven, en
stralen iets uit als ‘we gaan ervoor’. In vergelijking met eerdere
seizoenen zijn ze erg opgewekt.” Het luxe segment heeft minder klappen
gehad van de economische situatie, vertelt ze. “Er zijn nu meer retailers
die juist opstaan in het luxe segment. Ik denk dat er altijd ruimte is,
gewoon je eigen ding doen. Als je onweerstaanbaar gave dingen doet, kan de
consument zich ook niet inhouden. Ik geloof dat je dan onderscheidend
genoeg bent om te overleven en te groeien. Het blijft elke dag jezelf
opnieuw uitvinden.”

“De stands ogen lekker op de Modefabriek”

Een van de retailers op de beurs is Mireille van der Hoop, die samen met
haar man Jeroen de winkel JK Authentic Basic Stores in Didam runt. Ze komen
vooral om inspiratie op te doen. “De afgelopen editie vonden we een beetje
tam, maar de sfeer is goed dit jaar. Ik vind het leuk dat de stands zo hun
best doen om de beurs mooi neer te zetten, bijvoorbeeld door het aan te
kleden met planten, het totaalbeeld eigenlijk.” Wat vindt ze van het totale
aanbod voor de retailer, waarin ook ruimte is voor techniek en seminars?
Van der Hoop: “We hebben er zeker veel aan. Het leuke is dat ze hier ook
met etalagemateriaal staan, zodat je behalve kleding en accessoires ook op
dat gebied ideeën kan opdoen.” Maar de aankleding van de stands steekt er
met kop en schouders bovenuit bij deze beurs. “De stands ogen lekkerder.”
Ze hebben al een aantal merken bezocht. “We hebben bij een bestaande klant
al wat ingekocht, maar we hebben ook afspraken gemaakt. In februari gaan we
bij de merken langs.” Van der Hoop heeft nog niet alles gezien, maar ‘ze
willen ieder district rond’. “We komen morgen weer terug, je wilt alles
goed bekijken.”

Dat laatste beamen ook organisatoren Joke van der Wijngaart en Annelies
Tjassens. “Als je pas op maandag komt, heb je eigenlijk te weinig tijd,”
zegt de COO. “Dan ben je te laat,” knipoogt Tjassens. Het doel is dan ook
dat steeds meer bezoekers een tweedaags bezoek aan het evenement brengen.
Wel gaan de twee beursdagen veel te snel voorbij, zuchten ze. Wanneer is de
beurs een succes? “De eerste dag is bepalend,” vindt Tjassens. Van der
Wijngaart: “Als je uiteindelijk de energie voelt en ‘het’ ziet gebeuren
tussen trendwatchers, retailers en merken, dan weet je het eigenlijk
wel.”

Kunt u geen bezoek brengen aan Modefabriek of bent u gewoon
nieuwsgierig hoe het er op de beursvloer uitziet? Bekijk onze virtuele
tours per district: stands, bedrijvigheid en meer in maximaal 1,5 minuut.

1,5-minuut-durige tour op District A met trendy mode- en
accessoiremerken

“>

District B met denim- en streetwearlabels in 1 minuut

“>

Welcome to Futureland in 15 seconden

In de connetiehal tussen District A en C vinden bezoekers de
trendinstallatie Futureland.

“>

1,5-minuut-durige tour op District C met premium en high-end
merken

“>

District D, MINT en meer, in 1 minuut

“>

Wil je meer weten over de 40e editie van Modefabriek? Lees hier onze reportage.

Window Inspiration by Carlo Wijnands

Fashion Consultant Carlo Wijnands heeft 4 inspirerende etalages verzorgd op District D. Bekijk ze alle 4 in 10 seconden.

“>

Curated store by HTNK op District B

Recruitmentbureau HTNK geeft bijzondere merken en producten een podium.

Ode aan Percy Irausquin

Op District C wordt werk van de in 2001 overleden modeontwerper Percy Irausquin tentoongesteld. Bekijk de 12 jurken die worden geëxposeerd op de Modefabriek in 12 seconden. 2 van de 12 jurken waren onlangs ook nog te zien op de planken van Amsterdam Fashion Week. Op de openingsavond werden de groene volant-jurk en bordeauxrode exemplaar van Irausquin getoond in de overzichtshow Dutch Heritage.

“>

Carrousel de la Photo

Bezoekers van Modefabriek kunnen zich laten fotograferen in een heuse draaimolen met verschillende decors.

Turn around and smile @ Carrousel de la Photo at Modefabriek #Modefabriek #Amsterdam #tradeshow #fairground #districtC

A video posted by FashionUnited (@fashionunitedhq) on Jan 24, 2016 at 4:28am PST

Tattooëren bij Sperry

Het Amerikaanse schoenenmerk Sperry trekt dag 1 veel bekijks: in de stand op District C worden klassieke bootschoenen live bewerkt door tatoëerders .

“>

Zo meer over de Modefabriek: de complete reportage en virtuele tours vanaf de beursvloer.

Foto’s en video’s: FashionUnited

REPORTAGEEen T-shirt waarmee je
je smartphone kunt opladen, jurken die reageren op de emoties van de drager
en überhippe, lichtgevende sjaals en sieraden met 3D-geprinte onderdelen.
De vierde editie van FashionTech Berlin laat zien dat mode in de toekomst
veel verder gaat dan de juiste look.

Op 20 januari vond de vierde editie plaats van FashionTech Berlin, in
het industriële pand Kühlhaus, naast Premium tradeshow. FashionTech is de
conferentie over de toekomst van mode en een project van Premium
Exhibitions en Re:Publica.

FashionTech biedt een uitgebreid programma met prikkelende presentaties
van internationale visionairs in design, e-commerce en marketing. Er is een
exporuimte met verbazingwekkende ‘wearables’ en andere technologische
fashion-items en er wordt volop genetwerkt tussen designers en
investeerders; beiden op zoek naar nieuwe fashiontech-hits. Het evenement
werd deze keer geopend door Anita Tillmann, managing partner van Premium
Exhibitions en Andreas Gebhard, CEO van Re:Publica.

De vorige editie in juli 2015 werd door meer dan 2000 mensen bezocht en
deze editie was duidelijk nóg drukker. Er waren niet genoeg zitplaatsen, de
‘room was packed’ en het was dringen om de sprekers te pakken te krijgen
voor een quote en toelichting op de presentatie.

Fashiontech: een onomkeerbare moderevolutie

Fashiontech is nog een niche in mode, maar groeit razendsnel. Dat komt
vooral door de nieuwe mindset van grote technologiebedrijven. Ze richten
zich niet langer meer alleen op techniek, maar zien inmiddels ook in dat
(met dank aan Steve Jobs) technologie er lekker uit moet zien, wil de
consument het gaan gebruiken.

Die nieuwe houding van tech-bedrijven verklaart het succes van onder
andere de fashionable smartwatches (Hermès en Apple) en van luxe
fashiontech armbanden (Iris Apfel voor Wisewear).

Ook in Nederland gebeurt van alles op het gebied van fashiontech.
Designers Pauline van Dongen en Anouk Wipprecht zijn al jaren wereldberoemd
bij tech- en designliefhebbers. Door hun fascinerende ontwerpen en
internationale samenwerkingen krijgt ook het grote publiek ze langzaamaan
in beeld. Van Dongen en Wipprecht zetten de toon voor een nieuwe kijk op
mode.

Reden genoeg dus om bij te blijven en de ontwikkelingen te volgen in
deze spannende niche. We zetten de belangrijkste presentaties van
FashionTech voor je op een rij:

Pauline van Dongen

Pauline van Dongen presenteerde in de exporuimte haar Solar Vest en
Running Shirt. Van Dongen zet technologie in als geïntegreerd onderdeel van
het design proces en maakt er een gelikt esthetisch geheel van. Haar shirts
zijn wereldberoemd. Het Solar Shirt is voorzien van platte ‘opgestreken’
solarcellen in een mooi patroon en produceert in fel zonlicht binnen een
paar uur genoeg energie voor het opladen van een smartphone.

Het idee voor het lichtgevende Running Shirt kwam voort uit Pauline’s
frustratie als hardloper: ze wilde geen fluorgeel hardloopvest dragen, dus
ze ontwikkelde een verfijndere manier om veilig in het donker te kunnen
hardlopen.

Pauline over de ‘fashiontrech-revolutie’: “Voorheen werd veel technische
mode puur ontwikkeld vanuit een technologisch perspectief. Het is nu tijd
voor de modewereld om deze technische trend te gaan voorzien van sterke
design-input.”

Anouk Wipprecht

De Nederlandse designer Anouk Wipprecht brengt emoties over met haar
designs. Haar Spider Dress is hiervan een mooi voorbeeld. De jurk werd
vorig jaar gelanceerd tijdens CES en is ontwikkeld in samenwerking met
Intel. Tijdens haar presentatie op FashionTech toonde ze hoe deze jurk op
de emoties van de draagster reageert als er personen in haar ‘personal
space’ komen. Ook de Smoke Dress reageert op sociale interactie. De sociale
concepten zijn gebaseerd op de theorie van de ‘personal space’ van Edward
T.Hall. Komen mensen te dichtbij, dan creëert de Smoke Dress een
rookgordijn rondom de drager. Anouk over de fashtech-revolutie: “In de toekomst gaat het niet meer om
wat ‘in’ en ‘uit’ is, we gaan steeds meer richting bespoke
design.”

Dimension Alley: het eerste 3D-geprinte fake leather

Norma Barr is mede-oprichter van Dimension Alley: een koffiecafé met
3D-printwerkplaats in Prenzlauerberg. Ze toonde op FashionTech
verschillende 3D-geprinte textielsoorten en een gilet gemaakt van flexibel
3D-geprint materiaal. Deze nieuwe ’textielsoorten’ zitten allemaal nog in
de pilotfase, maar ze voelen stuk voor stuk verrassend soepel en zacht aan;
het lijkt op een mix van rubber en leer en het is zeker veelbelovend
materiaal voor de modebranche. Groot voordeel: no-waste en volledig op maat
te maken in no-time. Norma en haar Dimension Alley partner Gingerlee
richten zich de komende tijd op het verder ontwikkelen en testen van
3D-geprinte textielsoorten.

Mykita My Very Own: op maat gemaakte, luxe brillen uit de
3D-printer

De markt voor 3D-geprinte monturen groeit snel en het Duitse Mykita loopt
hierin al jaren voorop. Mykita lanceerde in 2012 de allereerste 3D-geprinte
collectie luxe zonnebrillen ter wereld, genaamd Mylon. Een jaar later kwam
er een optische collectie bij. Op deze editie van FashionTech presenteerde
Global Brand Director Xenia Deger de volgende stap: op maat gemaakte,
3D-geprinte brillen, onder het label My Very Own. Door toepassing van
gezichtsscan-technologie en algoritmes is elk model bril perfect passend en
is de plaatsing van de lenzen/glazen perfect afgestemd op het gezicht. Een
fantastische innovatie die veel zal gaan veranderen in de eyewear-branche.
De pilot van My Very Own gaat in het voorjaar van start bij Mykita-winkels
en enkele geselecteerde Mykita-dealers.

ElektroCouture & WXYZ Jewelry: hot jewelry met verlichting

De grafisch vormgegeven sieraden van het New Yorkse label WXYZ Jewelry
zijn hot. Het merk krijgt lovende reviews in de internationale
glossy’s en wordt gedragen door wereldberoemde dames zoals Beyoncé en Nicki
Minaj. Oprichtster Laura Wass vloog over uit New York om haar samenwerking
met Lisa Lang van het Berlijnse label ElektroCouture te presenteren. Lisa
Lang is ontwerper en voorvechter van ‘wearables’ in mode. De wollen sjaals
met LED-verlichting van haar merk ElektroCouture zijn bestsellers.
Daarnaast is ze sinds de start van FashionTech belangrijk ambassadeur en
connector voor het platform. Lang en Wass ontwikkelden lichtgevende
‘juwelen’ die te gebruiken zijn in verschillende designs van WXYZ Jewelry;
een soort verlichte bouwstenen dus. Het resultaat is high-fashion, lekker
urban en zeker geschikt voor nieuwe videoclips van Nicki en Beyoncé.

Geschreven door: Miranda Hoogervorst

Het Italiaanse Geox heeft een kledinglijn ontwikkeld voor kinderen en tieners. De schoenenfabrikant heeft een overeenkomst getekend met het Duitse Kanz Financial Holding voor de ontwikkeling, productie en distributie van de lijn.

Geox presenteerde de lijn van jassen en topjes tijdens de Pitti Bimbo beurs in Florence, die afgelopen weekend afliep. De stoffen,ontwikkeld door Kanz, zijn zuurstof-doorlatend en temperatuur-regulerend zoals ook het geval is voor de schoenen van Geox. De nieuwe producten zijn zodanig ontworpen dat ze met de schoenencollectie kunnen worden gecoördineerd.

De overeenkomst maakt deel uit van de expansiestrategie van Geox. Het merk tekende onlangs ook een distributieovereenkomst met het Chinese Pou Sheng International waarbij er voor 2020 350 nieuwe Geox winkels in China bijkomen.

Wat er deze week in ieder geval gaat gebeuren? FashionUnited blikt
vooruit op het modenieuws van week 4. Hieronder volgen de hoofdpunten uit
de redactie agenda in de periode van 25 tot en met 31 januari.

Modefabriek

Maandag 26 januari brengen we verslag van de 40e editie van de
Modefabriek. Maar ook een video-tour over de beursvloer en 5 trends gespot
op de Modefabriek komen aan bod.

Lees nu vast: Tijdlijn: Twintig jaar modevakbeurs Modefabriek in
Amsterdam
.

Trend Event – Christine Boland & Monique van der Reijden

Het volgende trendseminar van Christine Boland staat weer op het
programma. Samen met Monique van der Reijden geeft ze antwoord op de
vragen: Wat zijn de belangrijkste consumenten- en lifestyletrends? Wat is
de design language en vormentaal die hierbij past? Wat zijn de kleuren en
kleurcombinaties die je niet mag missen? En Waar zit de vernieuwing?
FashionUnited is aanwezig tijdens de trendseminar en doet verslag.

FashionTech Berlijn

De Duitse beurzen zijn volop in gang en ook FashionUnited is aanwezig
tijdens FashionTech in Berlijn. Een platform voor alle ideeën en
bedrijfsmodellen die invloed hebben op hoe mode wordt gepoduceerd,
gedistribueerd en verkocht. Lees het uitgebreide verslag dinsdag 26
januari.

Herfst/Winter 2016-17 Herenmode op de catwalk

Trendstop brengt een trendanalyse- en prognose voor FashionUnited. Welke
belangrijke trends op het gebied van mannenmode zijn er tijdens London,
Milaan en Parijs Fashion Week gespot? Lees het woensdag 27 januari.

Olga Korstanje Conceptstore

Conceptstores schieten als paddenstoelen uit de grond. Door middel van
productkeuze, interieur en sfeer veranderen de winkels een dagje shoppen in
een belevenis. Inmiddels zijn conceptstores niet meer weg te denken uit de
modewereld, maar door de enorme toename wordt het moeilijker om origineel
en uniek te blijven. FashionUnited spreekt met verschillende
winkeleigenaren over hoe zij zich profileren in een wereld vol
conceptstores. In deze aflevering: Conceptstore Olga Korstanje in
Rotterdam.

Wat levert een Fashion Week op?

De komende maanden staan weer in het teken van de Internationale Fashion
Weeks. Van New York, Londen, Parijs, Milan, Berlijn, Sydney, Istanbul en
Amsterdam. Maar wat kost het precies om een Fashion Week te organiseren,
wat levert het de organisatie op en welke stad verdient het meest tijdens
een Fashion Week? FashionUnited heeft het onderzocht en geeft je er deze
week antwoord op.

Verder op de kalender

22 tot en met 25 januari

Who’s Next, Parijs

24 tot en met 29 januari

Paris Fashion Week: Haute couture

24 tot en met 27 januari

ISPO Munich

25 januari

JOSH V fashion show and opening headquarters

26 januari

Seminar Modetendensen Lente/Zomer 2017 Truus Dokter

26 tot en met 28 januari

Capsule New York

27 tot en met 29 januari

Pitti Filati

29 januari tot en met 1 februari

The Gallery Dusseldorf

Het Italiaanse Geox heeft een kledinglijn ontwikkeld voor kinderen en tieners. De schoenenfabrikant heeft een overeenkomst getekend met het Duitse Kanz Financial Holding voor de ontwikkeling, productie en distributie van de lijn.

Geox presenteerde de lijn van jassen en topjes tijdens de Pitti Bimbo beurs in Florence, die afgelopen weekend afliep. De stoffen,ontwikkeld door Kanz, zijn zuurstof-doorlatend en temperatuur-regulerend zoals ook het geval is voor de schoenen van Geox. De nieuwe producten zijn zodanig ontworpen dat ze met de schoenencollectie kunnen worden gecoördineerd.

De overeenkomst maakt deel uit van de expansiestrategie van Geox. Het merk tekende onlangs ook een distributieovereenkomst met het Chinese Pou Sheng International waarbij er voor 2020 350 nieuwe Geox winkels in China bijkomen.

De slotdag van de Mercedes-Benz FashionWeek Amsterdam was een ware happening. Het doorlopende programma, omgedoopt tot ‘Brave Monday’, stond in het teken van installaties, talkshows en performances waarbij ontwerpers hun visie gaven op de toekomst van mode. FashionUnited gaf tickets weg en sprak met de gelukkige winnaars.

Bij de entree van Brave Monday worden alle bezoekers warm welkom geheten. Vrolijk gekleurde ballonnen sieren de ontvangstbalie van Smart – het automerk is de host van deze slotdag, waarvan de naam een knipoog is naar de internationale Blue Monday. De hostesses zijn voor de gelegenheid ‘smart casual’ gekleed in sweater, spijkerbroek met All Stars en een gestreepte ijsmuts op. Die relaxte uitstraling past goed bij het gemêleerde publiek: Brave Monday trekt bezoekers van alle leeftijden, van studenten tot doorgewinterde modeprofessionals. Cindy Aders (21, student International Lifestyle Studies) is hier om trends te signaleren. Ze is zoveel mogelijk informatie aan het verzamelen en gaat dat later in de week clusteren. “Wat ik een interessante ontwikkeling vind, is dat het modesysteem en de presentatievormen aan het veranderen zijn, dat zie je hier al een beetje gebeuren”, licht ze toe.

Uiteenlopende visies

Drukbezocht is de talkshow die wordt gehost door de extravagante modejournalist Aynouk Tan. De vriendinnen Anne Schuit (27, creatief strateeg) en Emmi Ojala (27, illustrator en editor) vinden dat er zeer uiteenlopende onderwerpen aan bod komen. Dat geldt ook voor de acht door designers ingerichte kamers van Hotel Brave Monday. “Deze ontwerpers tonen een eclectisch beeld, kijken met een kritische blik naar de samenleving en zoeken naar antwoorden op ecologische vraagstukken”, constateert Schuit. Voorbeelden zijn de Berlijnse designstudio Blond & Bieber, dat natuurlijke verfstoffen ontwikkelt van algen, en de mysterieuze met pikzwart haar gevulde hotelkamer van Anneloes van Osselaer. “Zij vergelijkt bloggers van nu met oude sjamanen”, vertelt Ojala. “De drang om voortdurend te checken wat online influencers doen, op een bijna religieuze manier, zoals sjamanen je vroeger vertelden wat je moest doen in bepaalde situaties.” Hoewel ze in het verleden vaker fashionweeks heeft bezocht, maakte Ojala nog niet eerder mee dat er zoveel ruimte werd geboden aan aanstormende talenten. Het zijn bovendien niet de geijkte namen die je al zo vaak tegenkomt, vult Schuit aan. “Er zitten ook minder bekende en voor mij volstrekt nieuwe designers bij.”

Geen antwoorden, maar vragen

Peter Leferink, de curator van Hotel Brave Monday, laat weten dat deze onconventionele aanpak wat reuring en chaos moet brengen op de slotdag van de fashionweek. “Er worden deze dag vooral vragen gesteld.” De installaties moeten aanzetten tot nadenken. Anne Schuit beaamt dat. Zelf leest zij altijd eerst de bijschriften voor ze de projecten gaat bekijken. “Ik wil weten wat het idee erachter is, anders mis je de context. Zo draait de installatie van Zyanya Keizer om de vraag: hoe lang kunnen we nog op deze manier blijven consumeren? Ik had verwacht daar in de hotelkamer antwoord op te krijgen, maar in plaats daarvan zag ik een indrukwekkende outfit omringd door spiegels.” Als bezoeker werd haar dus letterlijk een spiegel voorgehouden, een uitnodiging om op het werk te reflecteren.

Mode met inhoud

De atmosfeer van Brave Monday is creatief, vriendelijk, toegankelijk en out-of-the-box. Precies zoals Smart zich positioneert. “Het draait hier niet om zien en gezien worden of om de laatste tassentrends, maar puur om de mode”, zegt Sandra Glocka (31, marketing en HR-consultant). “De kleding is minder bewerkt dan wat je doorgaans op de catwalk ziet, het gaat veel meer om de inhoud en het creatieve proces.” Omdat de installaties doorlopend zijn heeft ze in alle vrijheid en op haar eigen tempo rond kunnen kijken. Wat haar daarnaast aanspreekt is het persoonlijke karakter van het evenement: als bezoeker krijg je de kans om het gesprek met de designers aan te gaan en inhoudelijke vragen te stellen. Vol trots staan zij hun bezoekers te woord. Glocka: “Deze jonge ontwerpers stellen zichzelf vragen als: wat is mooi? Wat is normaal? Dat leidt tot onalledaagse invalshoeken. Juist omdat ik zelf een commerciële functie heb gaat mijn hart sneller kloppen van deze kunstzinnige kant van mode. Ik kwam hier met het idee om verrast te worden en Brave Monday heeft mijn verwachtingen overtroffen. Het heeft emotie bij me losgemaakt.”